In deze tijd zijn wij naarstig op zoek naar milieusparende maatregelen. De nieuwe kwaliteitsnorm ‘BREEAM-NL’ is daar binnen de bouwwereld een voorbeeld van.
Zelf beschouw ik BREEAM-NL niet als zijnde een kwaliteitsnorm, maar een milieunorm.
Normen, zoals wij die tot nu toe binnen de sanitaire installatietechniek hanteren, zijn tot stand gekomen via de NEN en ISSO, en zijn proefondervindelijk vastgesteld.
Dit geldt niet voor de gestelde normen binnen BREEAM-NL. Deze zijn vastgesteld zonder onderzoek (proefondervindelijk), en zonder overleg met kennisinstituten ISSO, UNETO-VNI en KIWA.
De normen, zoals die in Nederland volgens genoemde instituten gehanteerd worden, zijn door BREEAM-NL voor een groot deel volledig genegeerd.
Indien een opdrachtgever wenst te bouwen volgens de normen van BREEAM-NL, ligt de verantwoording volledig bij de opdrachtgever zelf.
Eén van de door BREEAM-NL gehanteerde (lagere) waarden ten behoeve van tapwatervoorzieningen kan grote gevolgen hebben. De waterhoeveelheden, volgens BREEAM-NL, blijken veelal theoretische waarden te zijn waardoor in werkelijkheid de tappunten mogelijk nóg minder water zullen gaan afgeven.
Hierdoor vindt minder doorspoeling van de leiding plaats (zowel in waterleiding, als afvoerleiding), waardoor vuilophoping in de leidingen kan ontstaan. Gevaar: mogelijke bacterievorming in de waterleiding en sanitaire toestellen.
We hebben ook inmiddels de ervaring, dat de exploitatiekosten op de rioolinstallaties zijn opgelopen ten gevolge van het feit dat de hemelwaterafvoer niet meer op de vuilwaterafvoer mocht worden aangesloten. Dus hogere kosten als gevolg van minder goede doorspoeling.
Nu gaan we, als we de BREEAM-NL norm zouden hanteren, nog minder water meevoeren met het vuile water. Dus zullen de exploitatiekosten alleen nog maar verder gaan oplopen.
Men kan zich dus afvragen, of dit het milieu en de volksgezondheid uiteindelijk wel ten goede komt.
Binnenkort zal er meer informatie op deze blog te vinden zijn betreffende BREEAM-NL.